te Velde (2008)
E.R.te Velde, J.M.W.M.Merkus, F.E.van Leeuwen, S.P.Verloove-Vanhorick en D.D.M.Braat
Verstandige gezinsplanning: valkuilen en dilemma’s
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008 29 november;152(48)
De auteurs tonen in hun artikel aan dat het uitstellen van de eerste zwangerschap tot na het 30e levensjaar relevante risico’s levert en de kans op kinderloosheid vergroot. Zij stellen een grote verschuiving van 25-29 jaar naar 30-35 jaar en zelfs 35-40 jaar. Het is duidelijk dat de kans op gezondheidsproblemen bij moeder en kind toeneemt met de leeftijd waarop een vrouw voor het eerst zwanger wordt.
Er is een verband tussen de kans op het krijgen van borstkanker en de leeftijd waarop een vrouw voor het eerst zwanger wordt. Het risico op onvrijwillige kinderloosheid – een afwijking die het psychisch welbevinden vaak ernstig en langdurig verstoort, vooral bij vrouwen – stijgt dus aanzienlijk, ook al vanaf het 30e jaar. Ook de risico’s op complicaties bij de kinderen zijn al vanaf het 30e levensjaar van de moeder verhoogd, met toename van risico’s op chromosomale en syndromale afwijkingen, perinatale sterfte en zuigelingensterfte.
De overheid heeft ook te maken met de nadelen van laat moederschap: de toenemende medicalisering van voortplanting, zwangerschap en bevalling, de extra gezondheidsrisico’s voor moeders en kinderen, de gevolgen voor de arbeidsparticipatie van vrouwen en de toenemende vergrijzing van de bevolking door dalende geboortecijfers.
Daarom pleiten de auteurs voor maatregelen die de combinatie van werk en zorg voor kinderen gemakkelijker maken, zoals flexibele werktijden, betere afstemming tussen levensloop en loopbaanplanning, betaalbare huizen voor jonge starters, betaalbare en goede kinderopvang en langer ouderschapsverlof.