Bonnas (1997)
Bonnas, Lamprecht, O’Connor
Alternatives to vaginal intercourse practised during the fertile time among calendar method users
Advances in Contraception, 1997 13/2-3 (173-177)
Er werd een pilootstudie gedaan naar de mate van acceptatie van een bepaalde kalendermethode bij 19 paren. Gemiddeld waren er 16 dagen onthouding per cyclus nodig. De paren hadden allemaal een vaste relatie en minstens één kind. De vrouwen waren tussen 18 en 38 jaar oud, gaven geen borstvoeding, waren minstens 6 maanden geleden bevallen, gebruikten niet de pil en hadden cycli tussen 23 en 35 dagen. Meer dan de helft van de vrouwen had een universitaire opleiding afgemaakt. Om de acceptatie van de methode na te gaan werd aan het eind van iedere cyclus informatie verzameld (cycluslengte, aantal dagen abstinentie, hoe vaak en wanneer gemeenschap plaatsvond, genomen risico’s, coïtus interruptus, barrièremiddelgebruik). Aan het einde van de studie (na 7 cycli) vond nog een interview plaats (over voor- en nadelen van methode, alternatieven voor coïtus in vruchtbare periode, tevredenheid, toekomstig gebruik).
Resultaten:
Er waren 19 paren met een totaal van 120 cycli in de studie. In 17 van de cycli (4 paren) werden condooms gebruikt in de vruchtbare periode. De helft van de paren was tevreden met de methode: toch vonden 15 van de 19 paren dat er teveel abstinentie nodig was (gem. 15,9 dagen). Eén paar viel af vanwege kinderwens, en één omdat het de onthoudingsperiode te lang vond. 10 van de 19 paren wilde de methode ook in de toekomst gebruiken, en 3 paren in combinatie met slijm/temperatuur-observaties. Het grootste voordeel werd de eenvoud van de methode genoemd.
De praktische invulling van de vruchtbare periode was als volgt:
- Kussen en omarmen: meeste paren
- Geen enkel genitaal contact: 1/3 van de paren
- Orale sex: 9 van de 19 paren
- Frottage (body rubbing) 10 van de 19 paren
- Masturbatie: 8 mannen en 4 vrouwen
- Masturbatie van de partner: 9 van de 19 paren
De studie was te kleinschalig om de invloed van leeftijd, opleiding, kindertal, motivatie op dze alternatieve praktijken na te gaan.
In de discussie merken de auteurs op dat hun bevindingen implicaties kunnen hebben voor het lesgeven in natuurlijke methoden.