Vruchtbaarheidsbewustzijn

Vruchtbaarheidsbewustzijn

A. de Leizaola – Cordonnier (1995)

de Leizaola-Cordonnier

Natural family planning effectiveness in Belgium

Advances in contraception, 11 (2) 165-72/juni 1995

Het gaat om een betrouwbaarheidsstudie van een double-check methode zoals die door CAF in België wordt aangeleerd. Het is een onderdeel van de grote Europese studie (Düsseldorf).

Aan de studie deden 71 vrouwen (18-49 jaar, gemiddeld 32,3 jaar) mee, die de komende 6-12 maanden geen zwangerschap wensten. 86% was getrouwd, 14% woonde samen, 84,5% was katholiek. Gemiddeld hadden de vrouwen 2,2 kinderen. 59,2% had een baan buitenshuis. 32 vrouwen wilden later nog kinderen (spacers), 33 wilden er geen meer (limiters); de overigen waren nog onbeslist. 59,2% van de vrouwen had eerder andere anticonceptiva gebruikt.

Het begin van de vruchtbare periode werd bepaald met een berekening van de kortste cyclus van de 12 voorafgaande in combinatie met slijm (in- of uitwendig) en dan wat het eerste kwam. Het einde van de vruchtbare periode was de ochtend van de 3e hogere temperatuur of de 4e avond na de slijmpiekdag of de cervixpiek, steeds wat het laatste kwam. 73,2% gebruikten meestal het cervixonderzoek in combinatie met de temperatuur. Volgens de schrijvers ontdekken deze vrouwen het slijm 2-3 dagen eerder dan bij uitwendige waarneming. 57,7% van de koppels deden aan onthouding gedurende de vruchtbare periode. 22 koppels gebruikten (soms of altijd) aanvullend anticonceptiva. 11,3% van de koppels gaven geen info over hun gedrag in de vruchtbare periode.

De studie omvatte 1240 cycli (103 vrouwenjaren, gemiddeld 17,5 cycli per vrouw). In de studie trad slechts één ongeplande zwangerschap op: dit betrof een gebruikersfout (PI 0,96 voor de hele studie, PI 1,31 voor zuivere NFP) Oorzaak: motivatie niet optimaal: de vrouw wilde een zwangerschap slechts enkele maanden uitstellen. De methodefout was 0. Van 13,2% van alle cycli was het seksuele gedrag onbekend. Voor de overige cycli gold dat in 71,4% onthouding werd gepraktiseerd, in 15,9% onbeschermde gemeenschap plaatsvond in de vruchtbare periode (meestal in het begin), en in 12,7% van de cycli beschermde gemeenschap plaatsvond in de vruchtbare periode. Voor de cycli waarvan het seksuele gedrag bekend was gold: 16,2% NFP-mix en 83,8% zuivere NFP. Van de 71 vrouwen trokken zich om diverse redenen 47 uit de studie terug in de loop der tijd; slechts 2 omdat ze niet tevreden waren met NFP.

In de discussie draagt de auteur verschillende redenen aan waarom de Pearl Index zo laag was, ook in vergelijking met andere studies van soortgelijke methoden:

  • de precisie van de methode, met wijd verbreid gebruik van het cervixonderzoek
  • hoog niveau van de consulenten
  • goede supervisie van het koppel door de consulent
  • grote motivatie van de deelnemers
  • veel werkende vrouwen
  • veel ‘limiters’

De auteur merkt op dat de acceptatie van de methode goed is, gezien het geringe percentage uitval wegens ontevredenheid en het hoge percentage cycli waarin onthouding gepractiseerd werd. Conclusie, de double check-methode die door CAF wordt aangeleerd is zowel zeer betrouwbaar als acceptabel.

Schuiven naar boven