Calimag (2020)
Maria Minerva P. Calimag, Ma. Corazon Zaida Gamilla, Eunica Aubrey T. Dirige, Dianne Hazel P. Do, Roy Vincent C. Dubouzet, Carl Martin J. Dumaual, and Kimberly Della L. Duncan
Natural Family Planning Methods: A Scoping Review
Natuurlijke gezinsplanningsmethoden: Een verkennend overzicht
Journal of Social Health February 2020 Vol.3/1
Het doel van deze review was om een overzicht te bieden van de beschikbare natuurlijke methoden (NFP), te kijken naar ontbrekende kennis en vooral om artsen en gezondheidswerkers te stimuleren om ook Fertility awareness-based methoden (FAM’s) aan te bieden.
De auteurs wijzen op de significante ontwikkeling de laatste 80 jaar en op het feit dat veel artsen bij gebrek aan goede kennis van moderne natuurlijke methoden, de effectiviteit van deze methoden onderschatten en daardoor weinig informatie aan hun patiënten aanbieden. Afhankelijk van de geografische regio zouden 40 tot 60 procent van de vrouwen interesse hebben om van hun arts informatie te krijgen over natuurlijke methoden.
FAM veronderstelt onthouding, m.a.w. geen seksueel contact met introductie van zaadcellen in de vagina. Onthouding is 100% effectief indien geen zaadcellen aan de vulva of in de vagina komen. Het is duidelijk dat paren in deze onthoudingsperiode op een andere manier met elkaar kunnen omgaan of gebruik maken van condooms of een andere bescherming.
De twee grote vragen die de auteurs in hun artikel willen bespreken, handelen over de trends in onderzoek rond natuurlijke gezinsplanning (soort studies, werkwijze en nieuwe ontwikkelingen) en factoren die gebruik van deze methoden beïnvloeden.
Uiteindelijk werden 199 artikels verwerkt op basis van de belangrijkste wetenschappelijke databanken (EBSCO, Cochrane, Pubmed…).
Sinds de jaren 1970 werden talrijke studies gepubliceerd, aanvankelijk over de klinische lichaamstekens, in de jaren 1980 over de betrouwbaarheid van methoden en sinds 2000 ook meer over nieuwe technologieën (hormonale monitoring, software, apps…).
Het is duidelijk dat de meeste betrouwbaarheidsstudies observationeel zijn, omdat paren een voorkeur hebben voor een bepaalde methode en zeker niet blind gerandomiseerd kunnen worden, in tegenstelling tot gebruikers van bijvoorbeeld hormonale anticonceptie.
De auteurs geven daarop een historisch overzicht van ontdekkingen vanaf de eerste temperatuurobservaties eind de jaren 1800 en de eerste kalendermethode in de jaren 1930 tot de jongste onderzoeken, met een kort commentaar waar mogelijk.
Verder gaan ze uitgebreid in op de factoren die een invloed uitoefenen op de aanvaarding van natuurlijke gezinsplanning.
Wat betreft de gezondheidswerkers blijkt dat artsen zonder religieuze band meer geneigd zijn om te stellen dat FAM’s niet werken. Artsen met een religieuze affiliatie – los van eender welke godsdienst – waren meer geneigd om geschreven info over FAM’s te geven.
Minstens de helft van de artsen en gezondheidswerkers hebben geen kennis van FAM’s en schatten deze ook slecht in. Waar ze wel kennis hebben van FAM’s, hebben gebruikers ook meer positieve resultaten. Gezondheidswerkers overschatten de moeilijkheden om FAM’s te leren en onderschatten hun eigen mogelijkheid om adequate informatie te geven.
FAM’s vragen een zekere tijd om aan te leren. Verder zijn er meer studies over redenen waarom vrouwen niet voor FAM’s kiezen dan dat er studies zijn over redenen waarom ze wél voor FAM’s kiezen. Het is duidelijk dat paren minder geneigd zijn FAM’s te gebruiker als hun arts geen of onjuiste informatie over betrouwbaarheid en gebruik geeft.
Zoals al gesteld overschatten gezondheidswerkers de inspanning om een methode te leren. Vaak wordt het gratis beschikbaar zijn van de methode aangehaald als een pluspunt.
Voor de gebruiker spelen ook verschillende elementen een rol. De meeste religies staan positief t.o.v. FAM’s, hoewel de Islam over het algemeen eerder principieel elke vorm van gezinsplanning afwijst. Het is ook duidelijk dat FAM’s de enige gezinsplanningsmethode zijn die het al dan niet optreden van een zwangerschap controleren. Ook bij tieners spelen FAM’s een rol door hen bewust te maken van hun persoonlijke groei en zelfcontrole. Dit wordt meteen ook gekoppeld aan een positief effect binnen het huwelijksleven van gebruikers. Daarnaast zijn er de gezondheidsvoordelen t.o.v. kunstmatige middelen en chemische of vreemde voorwerpen (spiraaltjes) in het lichaam. In ieder geval hebben FAM’s geen ongunstige reacties op het lichaam en veroorzaken ze ook geen spontane miskramen en dgl.
Voor veel vrouwen zijn FAM’s handig, omdat ze geen of weinig hulpmiddelen nodig hebben. Maar tegelijk is het belangrijk om de paren of vrouwen te blijven begeleiden. Hierbij is ook de attitude van de man als partner belangrijk. En natuurlijk is er de invloed van de media om methoden bekend te maken.
Het belangrijkste besluit van de auteurs is de nood aan een goede verspreiding van kennis onder professionele gezondheidswerkers om gebruikers te kunnen informeren. Ook de houding en discipline van de gebruikers zijn belangrijk. Vandaar is een constante opvolging van paren die FAM’s gebruiken belangrijk, en dat hangt ook weer af van de cultuur en de socio-economische situatie van de gebruikers.
Commentaar
Dit artikel geeft een mooi overzicht van de meeste bestaande methoden en van de hindernissen voor gebruikers om ze ook concreet toe te passen. Ze stellen terechte vragen rond het huidig onderzoek, maar ook rond de verantwoordelijkheid van gezondheidswerkers (artsen en verpleegkundigen) om deze methoden bekendheid te geven. Het is duidelijk dat er in de opleiding van deze gezondheidswerkers een grote lacune bestaat inzake kennis van natuurlijke gezinsplanning.
Te snel gaan de auteurs er echter van uit dat het ontbreken van pillen of andere middelen betekent dat FAM’s ‘gratis’ zijn. De kennis is weliswaar ‘gratis’, maar de overdracht ervan vergt toch wel een belangrijke inspanning van de onmisbare consulenten. Daarnaast moet ook de organisatie vergoed worden, die voor een standaardisering en opvolging van de specifieke methodes – in Europa steeds meer Sensiplan – instaat. De dag dat elke moeder haar dochter haar vruchtbaarheid vanuit de eigen ervaring aanleert en dat elke vader zijn zoon motiveert, is jammer genoeg nog niet aangebroken. Wat dat betreft moet er nog een lange weg afgelegd worden.