Vruchtbaarheidsbewustzijn

Vruchtbaarheidsbewustzijn

Mutsaerts (2016)

M.A.Q. Mutsaerts

Leefstijlinterventie bij obese subfertiele vrouwen

Ned Tijdschr Geneeskd. 2016;160:D916

Dit artikel bespreekt een onderzoek waarin twee groepen verminderd vruchtbare vrouwen (geen zwangerschap na > 1 jaar onbeschermde gemeenschap) met elkaar vergeleken worden bij het bereiken van een zwangerschap binnen twee jaar. Beide groepen vrouwen zijn verminderd vruchtbaar, hebben een leeftijd van 18-38 jaar en hebben een BMI van meer dan 29. Beide groepen vrouwen, die geen duidelijk aanwijsbare ziekten hadden zoals endometriose, premature ovariële insufficiëntie of hormonale storingen, werden twee jaar gevolgd. De ene groep (interventiegroep) werd eerst een programma aangeboden, gericht op gewichtsverlies van 5-10%. Na 6 maanden konden zij starten met vruchtbaarheidsbehandeling. De andere groep (controlegroep) startte direct met vruchtbaarheidsbehandelingen.

De totale duur van het onderzoek was twee jaar. Doordat de interventiegroep eerst begon met de leefstijlinterventie, waren het aantal maanden van vruchtbaarheidsbehandeling niet gelijk in beide groepen. De interventiegroep volgde eerst 6 maanden leefstijlinterventie en startte daarna met 18 maanden vruchtbaarheidsbehandeling. De controlegroep startte direct en had daarmee 24 maanden vruchtbaarheidsbehandeling. Beide groepen waren even groot (289 en 285 vrouwen). In de interventiegroep werden 76 kinderen geboren, in de controlegroep 100 (35,2%). Wanneer echter alle zwangerschappen werden meegeteld die ook ná het afsluiten van de twee jaar eindigden, was er geen significant verschil in het aantal geboren eenlingen. Namelijk 90 (32,1%) in de interventiegroep en 111 (39,1%) in de controlegroep. Belangrijke bijkomstigheid was dat in de interventiegroep minder vruchtbaarheidsbehandelingen plaatsvonden en meer spontane concepties optraden. Leefstijlinterventie (in dit geval gewichtsverlies van 5-10%) bleek in dit onderzoek dus te leiden tot een toename van de kans op een spontane zwangerschap.

Commentaar

Voor ons als Sensiplan consulenten is het belangrijk kritisch te kijken naar dit soort onderzoeken. Op het eerste gezicht toont dit onderzoek aan dat er na het volgen van een leefstijlinterventie niet méér eenlingen worden geboren dan bij vrouwen die direct starten met een vruchtbaarheidsbehandeling. Maar bij kritische beschouwing heeft de groep vrouwen die in gewicht afneemt méér kans op een spontane zwangerschap en ondergaat minder behandelingen dan de groep vrouwen die dit gewichtsverlies niet heeft. Het aantal kinderen dat geboren wordt is vervolgens niet significant verschillend als de geboorten ná de follow-up periode ook meegeteld worden.

Een spontane zwangerschap is enorm bemoedigend voor een (verminderd vruchtbare) vrouw. Ook voor een eventuele volgende zwangerschap zal ze minder snel een vruchtbaarheidsbehandeling wensen. Ze weet immers dat een spontaan zwangerschap mogelijk is.

Een interessant onderzoek dat kritisch gelezen moet worden omdat deze twee groepen verminderd vruchtbare vrouwen niet even lang onder dezelfde omstandigheden vergeleken werden.

 

Schuiven naar boven