Vruchtbaarheidsbewustzijn

Vruchtbaarheidsbewustzijn

Stanford (2017)

Joseph B. Stanford en Christina A. Porucznik

Enrollment, Childbearing Motivations, and Intentions of Couples in the Creighton Model Effectiveness, Intentions, and Behaviors Assessment (CEIBA) Study

Frontiers in Medicine September 2017/4/Article 147

Natuurlijke geboorteregelingsmethoden gebruiken biologische vruchtbaarheidsindicatoren om vrouwen te helpen bij het bepalen van het begin, de piek en het einde van de fertiele fase van hun menstruele cyclus. Met deze kennis kunnen vrouwen en koppels deze indicatoren gebruiken om een zwangerschap na te streven of te vermijden en om hun menstruele cyclus te volgen om gezondheidsredenen. Het Creighton Model is een gestandaardiseerd systeem, waarbij het cervixslijm wordt beoordeeld. Onderzoekers voerden een prospectieve cohortstudie uit om de motivatie, de intenties en het gedrag in te schatten en de impact ervan op de effectiviteit om een conceptie te vermijden of na te streven bij nieuwe gebruikers.

Deze studie geeft de kenmerken aan van de nieuw-geregistreerde deelnemers aan het programma van het Creighton Model.

De deelnemers werden gerekruteerd door 17 programma’s in de VS en Canada. De deelnemers vulden een uitgebreide vragenlijst in. Paren met een actieve kinderwens of een geschiedenis van subfertiliteit werden uitgesloten. Van de 1.132 gescreende paren werden slechts 429 tot de studie toegelaten, hierbij 305 vrouwen en 290 mannen. De meesten waren verloofd (39%) of gehuwd (51%), afgestudeerd, blank en katholiek (80%).

De onderzoekers stelden vast dat de hoofdreden om de Creighton Modelmethode te leren, voor de vrouwen het feit was dat ze een natuurlijke methode zochten (91%), gevolgd door ethisch-religieuze redenen (70%), ontbreken van bijwerkingen (71%) en kennis van de menstruele cyclus en vruchtbaarheid (62%). Ongeveer 21% van de vrouwen wilden binnen het jaar zwanger worden en 60% binnen één tot drie jaar. Voor de mannen was het eveneens de vraag naar een natuurlijke methode (76%) en ethisch-religieuze redenen (70%). Daarna volgden de keuze van de partner (62) en de afwezigheid van bijwerkingen (61%).

Opvallend was het feit dat een meerderheid van de gescreende paren moest worden uitgesloten wegens actieve kinderwens (59%) of fertiliteitsproblemen (48%). Een gelijkaardige studie tussen 1996 en 2000 bevatte slechts 19% paren met kinderwens. Deze verandering hangt blijkbaar samen met de interesse voor fertiliteitsapps en de nood aan advies voor kinderwens, veeleer dan voor geboortebeperking.

Één van de doelen van deze studie is een vergelijking te maken tussen de intentie rond zwangerschap en het concrete gedrag. De theory of reasoned action stelt dat de intentie tot een bepaald gedrag de beste voorspeller is van het gedrag van een persoon. Deze intentie wordt op haar beurt bepaald door verlangens, die door motivaties en andere factoren worden beïnvloed. Het is de bedoeling om in verdere studies te kijken hoe de verbanden tussen verlangen, intentie, gedrag en vruchtbaarheidsresultaten (zwangerschappen) zich in deze populatie kwantitatief verhouden.

Commentaar

Vaak wordt gesteld dat paren om religieuze redenen voor natuurlijke methoden kiezen. Zelfs in deze selectieve groep is dit slechts de derde reden (tweede bij de mannen). In een Duitse studie van de jaren 80 was de levensbeschouwing voor Sensiplan (toen nog NFP) met slechts enkele procent de laatste in een rij, waar betrouwbaarheid, gebrek aan bijwerkingen, natuurlijk en partnerbetrokken ruim hoger scoorden. Het zou goed zijn na te gaan hoe de situatie in Europa en meer bepaald in België op dit ogenblik is. Alleen kosten dergelijke studies handenvol geld…

Schuiven naar boven